De Halloweenheksen, het 21ste boek van jeugdschrijver Patrick Lagrou

De Halloweenheksen

 

 

KORTE INHOUD:

Hanne, Lore en Winnie zijn drie zussen die zich graag verkleden. Dat hebben ze van hun vader, want die is gek op carnavalsfeesten. Maar andere kinderen vinden het maar niets en lachen de drie zusjes uit. Hanne, Lore en Winnie zijn het beu en zinnen op wraak. Van een oud vrouwtje leren ze allerhande vreemde trucs. Met Halloween willen ze tot de actie overgaan. Alleen weten ze niet dat er nog andere Halloweenheksen van de partij zullen zijn...

 

 

Even een voorsmaakje van de tekst?

Wat er vooraf gebeurde: Hanne, Lore en Winnie lopen de hele avond rond verkleed als drie koningen. Overal gaan ze zingen, maar de opbrengst is heel mager. Ze worden veeleer uitgelachen. Op het einde van hun tocht zullen ze nog eens hun kans wagen bij een afgelegen kasteeltje. Maar heel enthousiast zijn ze echter niet.

'Weten jullie wat Koen Bruynooghe ons eens op de speelplaats heeft verteld?” vroeg Lore opeens.'
       'Nee,' zeiden de twee anderen.
      'Wel, hij zei ons dat er in dat kleine kasteeltje een heks zou wonen. Bovendien zou zij daar maar enkele keren in een jaar komen.'
      'Wat weet dat kereltje daar van af?” riep Winnie. 'Hij is daar gegarandeerd nooit geweest. Zo’n broekschijter! De vlekken op zijn slip zijn nog bruiner dan de kleur van zijn ogen. Kom, zusje, laat je niet beïnvloeden door wat anderen zeggen. Je mag eigenlijk alleen maar geloven wat je zelf met je eigen ogen hebt gezien. Dus…'
     Precies op dat moment knalde er vlak boven hun hoofd een lamp van de straatverlichting kapot. Die was al zo schaars dat ze nu bijna in complete duisternis verder moesten lopen.
      'Dat begint goed,' zei Hanne. 'Straks raken we alleen nog vooruit op de tast. Volgende keer moeten we zorgen voor een ster die licht uitstraalt.'
      Gelukkig voor hen stond er een paar honderd meter verder een volgende lantaarn die nog wat klaarte gaf. Het was niet heel veel, maar toch nog net genoeg om niet in de gracht te sukkelen.
      'Brrr, ik vind het hier toch maar eng,' zei Lore die ondertussen spijt had gekregen dat ze voor haar oudste zus partij had gekozen.
      Ze wilde net voorstellen om misschien dan toch maar terug te keren, toen Winnie haar onmiddellijk de pas afsneed.
      'Voor al de moeite die we ons nu getroosten,” zei ze, 'zullen we straks dubbel en dik worden beloond.'
      'Ben jij daar zo zeker van?” vroeg Hanne.
      'Natuurlijk,' zei Winnie, 'dat kan moeilijk anders na al de tegenwerking die we vanavond al hebben gekregen.'
      Hanne zuchtte diep en het drietal zette zwijgend zijn weg verder. De afstand bleek uiteindelijk groter te zijn dan ze aanvankelijk hadden ingeschat. Aan dat weggetje kwam maar geen eind. Bovendien begon een ijzige wind hen in de rug te blazen. Hun klederen wapperden en de mooie kartonnen kronen die ze op hun hoofden droegen, waaiden bijna weg.
      'Ik begin het behoorlijk koud te krijgen,' riep Lore. 'Jullie zijn vast warmer aangekleed dan ik.'
      'Nu niet beginnen zeuren, hé, zusje,' riep Winnie. 'Ik heb de indruk dat we er nu bijna zijn.'
      De oudste zus had gelijk. De eindeloze rij naakte struiken maakte in de verte opeens plaats voor een groot ijzeren hekken.
      'Het is vast op slot,” zei Hanne toen ze dichterbij kwamen. 'Hier woont zeker al lang niemand meer.'
      'Eerst zien en dan geloven,” riep Winnie. 'Nu we bijna aan de poort staan, geven we het toch niet op zeker!'
      De poort zag er inderdaad gesloten uit. In de sneeuw waren nergens sporen van voetstappen of van banden te zien.
      'Hier woont geen kat meer,' zei Hanne opnieuw. 'Het ziet er hier helemaal verlaten uit. Laat ons terugkeren. Straks begint het nog te sneeuwen. We hebben meer dan een half uur te lopen voordat we thuis zijn.'
      'Ja, dat vind ik ook,' riep Lore die nu duidelijk partij koos voor haar andere zus.
      Winnie wist opeens niet meer wat ze zeggen moest. In de plaats daarvan nam ze met haar beide vuisten de tralies van de poort vast en duwde ertegen.
      Toen draaide de poort met een kreunend geluid langzaam open.
      'Zie je wel dat we binnen kunnen?' riep de oudste zus. 'Kom, we gaan verder.”
      'Maar dat heeft geen enkele zin,' zei Hanne. 'Dat kasteeltje staat leeg. Kijk maar, nergens brandt er licht.'
      Precies op dat moment floepte er in de verte een kleine lampje aan.
     'Zie je?” zei Winnie. 'De mensen daar hebben ons gehoord en verwachten ons nu. Kom!”
      De twee anderen hadden opeens geen keuze meer. Met tegenzin volgden ze maar.
      De verse sneeuw kraakte onder hun voetstappen. Het klonk luid en bijna onheilspellend. De naakte bomen aan weerszijden van de toegangsweg lieten hun takken tot bijna op de grond hangen. Het waren precies tentakels die alles wat hen aanraakte, meedogenloos zouden vastgrijpen en wurgen.
       Gelukkig kon het drietal in de verte tussen de bomen het silhouet van dat kleine kasteeltje duidelijk zien. Nog een beetje doorstappen en ze waren er. En dat was maar best ook. Winnie voelde zich ook al enige tijd niet meer helemaal op haar gemak.  Precies op dat moment zagen ze het. Vlak voor hun neus dwarste een heel vreemd spoor hun weg. Het was net alsof hier nog niet zo lang geleden een reuzenvogel voorbij was gekomen. Van links naar rechts stonden er in de sneeuw grote klauwachtige poten afgedrukt. Het kon dus ook even goed van een dinosauriër zijn geweest.

 

 

Hoe is dit boek ontstaan?

Het liefste wat ik als kind deed, was mij verkleden. Dat gebeurde vooral met Karnaval en met Driekoningen. Eigenlijk wilde ik me elke dag verkleden en zo naar school gaan. Maar dat mocht natuurlijk niet. Misschien had ik moeten lid worden van een toneelvereniging. In elk geval, had Halloween in mijn kindertijd bestaan, dan had ik zeker meegedaan. Ondertussen is Halloween uit de Angelsaksische landen naar hier overgewaaid. De snelheid waarmee dit gebeurd is, heeft iedereen bijna met verstomming geslagen. Dit toont aan dat er wel degelijk nood was aan een of ander griezelfeest. Niettemin zijn er heel wat mensen die zich ergeren aan Halloween. Zij zeggen dat zoiets niet pas bij onze cultuur. Toch hebben ze geen gelijk. Dat wil ik ook met dat verhaaltje bewijzen. En dan is er nog de geschiedenis met die frietketel. Veel daarover wil ik niet verklappen. Alleen dat de achtergronden bijna volledig op de werkelijkheid steunen.

Patrick Lagrou.

 

 

En hoe vonden jullie 'De Halloweenheksen'?

KLIK HIER om je eigen mening weer te geven

 

JULLIE MENING

KLIK HIER om de mening van anderen te lezen

 

 

 



Terug naar de BIBLIOTHEEK