Body Switch, het 22ste
boek van jeugdschrijver Patrick Lagrou
KORTE
INHOUD:
Op een rommelmarkt vindt Joachim een
heel bijzonder boek. Er staat in hoe je uit je eigen lichaam kan treden.
Joachim wil het meteen uitproberen. En inderdaad. Er gaat een nieuwe
wereld met onvoorstelbare mogelijkheden voor hem open. Totdat zijn
nieuwe vriendin Sarah ontdekt dat er iets niet in orde is met het boek.
Maar dan is het voor Joachim al te laat. De nachtmerrie is begonnen.
Body switch, als demonen je lichaam overnemen. |
Even
een voorsmaakje van de tekst?
Wat er vooraf gebeurde: Joachim komt met de bus bij zijn school aan.
Het is de eerste dag van het schooljaar en hij was net bezig met een heel
interessant boek te lezen. Met tegenzin stapt hij uit. Totdat iemand hem
van in de verte iets toeroept.
‘Jij was liever
blijven zitten, hè!’ hoorde ik achter me.
Met een ruk keerde ik me om. Een leuke meid kwam me tegemoet. Ze
droeg hetzelfde schooluniform als ik. Toch had ik haar nog nooit gezien.
‘Hoezo?’ vroeg ik haar.
‘Wel,’ zei ze, ‘ik stak net de straat over toen de bus aankwam.
Je zat daar bij het raam met je neus in een dik boek. Blijkbaar is het heel
bijzonder. Je kon er bijna niet mee ophouden. Welk boek was het?’
Ik kreeg het opeens heel warm. Die meid had me betrapt! Maar hoe leuk
ze er ook uitzag, ik was niet van plan haar ook maar iets over het boek te
vertellen.
‘Eh, ja,’ zei ik uiteindelijk, ‘ik hou nogal van boeken.
Terwijl de anderen in de bus kletsen, lees ik veel liever een interessante
tekst. Tenzij ik natuurlijk iemand tegenkom met wie het wel degelijk de
moeite loont om een praatje te maken…’
Ik wachtte af hoe ze zou reageren. Tot mijn grote opluchting schoot
ze in de lach.
‘Maar ik heb me nog niet voorgesteld,’ ging ik verder. ‘Ik ben
Joachim Stiller, maar als het moet, kan ik best luidruchtig zijn.’
‘En ik ben Sarah Vanderlinden. Ik woon hier nog maar net en moet
nog een beetje mijn weg vinden.’
‘In welke klas zit jij?’
‘Ik ga nu naar de zesde.’
‘Hè, ik ook!’ was mijn onmiddellijke reactie. ‘En in welke
afdeling? Toch niet de Latijns-Griekse!’
‘Jawel, jij ook?’
‘Zeker, we zitten dus een heel jaar lang in dezelfde klas,’ riep
ik enthousiast. ‘Als dat geen toeval is.’
Die eerste grauwe dag van het nieuwe schooljaar kreeg opeens kleur.
‘Wil jij me dan een handje helpen om me een beetje wegwijs te maken
in deze school?’ vroeg ze me terwijl we door de schoolpoort liepen.
‘Jazeker,’ zei ik, ‘en het mag zelfs meer dan een handje
zijn.’
Sarah moest weer lachen. Ik had nooit gedacht dat de eerste dag van
het schooljaar meteen zo leuk zou worden.
Samen liepen we het schoolplein op en ik merkte niet zonder enige
trots dat heel wat nieuwsgierige blikken zich op ons richtten.
Even vroeg ik me af wat ik haar eerst over de school zou vertellen,
tot ik aan de andere kant van het schoolplein meneer Vancraeynest, onze
surveillant, zag staan.
Ik nam Sarah even bij de arm en bleef staan. Ze volgde mijn
voorbeeld. Zo onopgemerkt mogelijk probeerde ik naar de andere kant van het
schoolplein te wijzen.
‘Kijk,’ zei ik, ‘zie je die vent daar? Je kunt hem altijd
herkennen aan zijn broekspijpen die veel te kort zijn.’
‘O ja,’ zei ze, ‘hij ziet er echt potsierlijk uit. Is dat een
van de leraren?’
‘Nee, gelukkig niet, al heeft hij wel de ambitie om ooit directeur
te worden. Daarom juist moet je des te meer voor hem oppassen. Kraaimest is
een bijzonder vervelend kereltje.’
‘Kraaimest!’ riep
Sarah. ‘Dat is toch zijn echte naam niet?’
‘Nee, natuurlijk niet. Die naam heeft hij van ons gekregen. Maar we
hebben het niet lang hoeven zoeken. Als je weet dat zijn echte naam
Vancraeynest is…’
Sarah gierde van het lachen. Alle blikken keerden zich opnieuw in
onze richting, die van Kraaimest inbegrepen.
‘Pas op,’ zei ik, ‘het is beter dat we niet te veel opvallen.
Straks komt hij nog hierheen en dan heb je de poppen aan het dansen.’
‘Hoezo?’ vroeg Sarah.
‘Kraaimest is meestal gefrustreerd. Dan kan hij het niet nalaten om
voor controleur te spelen. Als hij bijvoorbeeld vindt dat je schooltas er
verdacht uitziet, dan kiepert hij hem rustig ondersteboven.’
‘Wat zoekt hij dan?’
‘Verboden spullen die we altijd ergens anders wegstoppen en die hij
daarom ook nooit vindt.’
‘Zoals?’
‘Och, soms is dat weed of literatuur die het daglicht niet goed kan
verdragen.’
‘Dan zal dat boek dat je daarnet in de bus las, daar waarschijnlijk
niet bij horen.’
Ik vervloekte mezelf omdat ik haar zonder het zelf te beseffen weer
bij dat boek had gebracht.
‘Uiteraard niet!’ was mijn reactie. ‘Anders had ik het zeker
niet in mijn schooltas gestopt.’
Maar ik loog dat ik gloeide. Als Kraaimest dit boek vond, dan zou ik
wat meemaken. En om haar aandacht zo snel mogelijk van dat boek af te
leiden, schakelde ik op een ander onderwerp over.
‘Maar Kraaimest is vooral berucht,’ ging ik in bijna één adem
verder, ‘om zijn verkrampte houding met betrekking tot het
schooluniform.’
‘Hoezo?’ vroeg Sarah.
‘Nou, de strenge manier waarop hij onze uniformen controleert,
grenst gewoon aan het absurde. Ongetwijfeld hebben ze bij je inschrijving
verteld dat de kleur van wat je bij het uniform draagt, ook blauw moet zijn.
Kom dus niet naar school in een zwarte, bruine of groene jas. Waag het zelfs
niet om grijze sokken te dragen. Kraaimest houdt zich zelfs niet in om
broekspijpen naar boven te trekken. In theorie zou iedereen zelfs blauw
ondergoed moeten dragen. Maar dàt durft hij nog net niet te controleren.’
De woorden over dat ondergoed waren eruit voor ik het wist. Ik kreeg
het opeens warm en vroeg me af of ik tegenover Sarah niet te ver was gegaan.
Tot mijn grote opluchting proestte ze het uit.
‘Goed dat hij niet weet hoe dat in Schotland wordt
gecontroleerd,’ was haar reactie.
‘In Schotland?’ vroeg ik haar.
‘Ja, in Schotland, daar zijn we vorige maand op reis geweest en
daar heeft onze gids iets heel interessants verteld.’
‘Wat dan wel?’
‘Wist jij dat de Schotse soldaten onder hun rokje geen slip mogen
dragen?’
‘Nee,’ zei ik lachend.
Dat je net zoiets van een meid moest horen! Nu wist ik meteen dat
Sarah wel tegen een stootje kon.
‘Goed,’ ging ze verder, ‘weet jij hoe zij dat daar controleren
zonder dat ze het rokje op hoeven te heffen?’
‘Nee,’ was mijn antwoord. ‘Ik kan het me onmogelijk
voorstellen.’
‘Met een spiegel,’ zei Sarah.
‘Met een spiegel!’
‘Ja, een spiegel waarover de soldaten moeten lopen als ze naar
buiten gaan. Snap je het?’
Ik had het inderdaad door en moest op mijn beurt lachen. Opnieuw
kreeg ik Kraaimest in het oog en ik zag hem al bij de schoolpoort staan met
zijn donkere ogen gefixeerd op een reusachtige spiegel.
‘Je hebt inderdaad gelijk,’ was mijn reactie. ‘Goed dat die
vent niet weet hoe het er daar in Schotland aan toegaat.’
‘Ja, dat is maar goed,’ zei Sarah. ‘Maar misschien wil je
vanmiddag na school de foto’s van onze reis komen bekijken? Ik woon recht
tegenover de schoolpoort en…’
Ik stond op het punt dolenthousiast te reageren, toen ik opeens zag
hoe Kraaimest met gezwinde pas recht op ons af liep.
Opnieuw kregen we alle blikken van het schoolplein op ons gericht.
‘Stiller,’ zei hij toen hij ons bereikte, ‘kan het niet wat
rustiger? Het schooljaar is nog niet begonnen of je bent al een meid aan het
versieren. En dacht je echt dat ik niet doorhad dat je het voortdurend over
mij hebt. Maar pas op, als je ook maar één verkeerde stap zet. Ik beloof
je dat ik je dit schooljaar extra in de gaten zal houden. En wee je gebeente
als ik je op ook maar het minste betrap!’
|
Hoe is dit boek ontstaan?
Twee elementen zijn voor mij
belangrijk geweest om dit verhaal te schrijven. Om te beginnen, een reeks
boeken die ik heb gelezen over uittredingen. Een aantal ervan waren totaal
ongeloofwaardig, maar enkele zaten toch heel goed in elkaar. Op basis van
deze laatste heb ik mijn verhaal opgebouwd. Het was zo in de stijl van:
'Veronderstel dat wat er in die boeken staat, dan toch waar zou
zijn...'. Voor de afwerking van het verhaal heb ik dan een beroep
gedaan op enkele werken die handelden over duivelsuitdrijving en over
demonen die van je lichaam bezit kunnen nemen.
Een totaal ander element
waarop ik een beroep heb gedaan, zijn mijn eigen jaren op de middelbare
school. Vooral nadat ik van verschillende kanten had vernomen dat
gelijkaardige situaties, gelukkig in veel kleinere mate, nog altijd
bestonden. Ik heb het dan ook over het machtsmisbruik van bepaalde
leerkrachten. Achtergronden uit mijn eigen leven en uit dat van anderen
heb ik dan ook gebruikt om dit verhaal te stofferen.
Een laatste element komt uit
de wereld van jongeren die bijzonder veel van auto's houden en er dan ook
helemaal in opgaan. Verschillende anekdotes die ik had gehoord, heb ik
voor dit verhaal gebruikt.
Patrick
Lagrou.
|
JULLIE MENING:
KLIK
HIER om
de mening van anderen te
lezen
|
Terug naar de BIBLIOTHEEK
|