TEKSTFRAGMENT:
Wat er vooraf gebeurde:
Niets, want dit is het begin van het verhaal!
Key Largo,
Florida, zaterdag 15 februari, even voor zonsondergang...
In het crisiscentrum van Monroe County rinkelde de
telefoon. Evelyn Campo, die nachtdienst had, nam de hoorn op en luisterde. Aan
de andere kant van de lijn klonk de stem van de manager van het luxueuze Key Largo Grand
Hotel. Hij was behoorlijk opgewonden. We hebben een probleem
begon hij.
Evelyn
had al een vermoeden wat dat probleem was, de nachtmerrie van elke hotelmanager: zelfmoord
of een poging tot. En zij zouden zo snel mogelijk de vuile was moeten gaan ophalen.
We
hebben een van onze klanten uit het water moeten halen, vervolgde de manager.
Dan
toch geen zelfmoord, dacht Evelyn. Een of andere toerist die verdronken is. Of toch bijna.
De
man is zwaargewond, ging de man verder, en we weten niet of hij nog in leven
is
Daar
heb je het weer, dacht de telefoniste. Weer zon sukkel die onder een speedboot
terechtgekomen is. Verbieden moesten ze dat!
Waarschijnlijk
een of ander zeedier
Toch
geen haai! onderbrak Evelyn hem. Ik
weet het niet, zei de man. Ik heb het slachtoffer nog niet gezien. Onze
redders doen hun best om hem te reanimeren, maar we hebben dringend hulp nodig.
Komt
in orde. De ambulance is er zo meteen, antwoordde Evelyn, en ze legde de hoorn neer.
Een haai, zei ze halfluid, het zal ongetwijfeld een haai zijn!
Nog
geen halve minuut later vertrok er een ambulance naar het Key Largo Grand Hotel.
De
weg naar het hotel was niet moeilijk te vinden. Op de Florida Keys, een reeks eilandjes
die als een parelsnoer aan elkaar hingen en zich uitstrekten over een afstand van bijna
tweehonderd kilometer, was maar één hoofdweg: de befaamde Overseas Highway. Grote delen
van die weg bestonden uit kilometerslange bruggen, die de tientallen eilanden en eilandjes
met elkaar verbonden. Maar
deze keer zou de chauffeur van de ambulance over geen enkele brug moeten rijden. De
afstand die Craig Burton moest afleggen, bedroeg nog geen zes kilometer. Over vijf minuten
zouden hij en zijn twee collegas al ter plaatse zijn. Hopelijk waren ze nog op tijd.
Volgens
Evelyn ging het om een haai. Hoewel Craig al meer dan tien jaar in Florida werkte, had hij
nog maar een paar keer gehoord dat zwemmers in moeilijkheden waren gekomen door een haai.
Hij wist niet wat hij zou aantreffen, en voor alle zekerheid bereidde hij zich op het
ergste voor. Met
loeiende sirenes bereikte Craig het hotel. Maar toen hij de hoofdweg verliet, zette hij
die af. Hotelmanagers hadden niet graag dat hun gasten opgeschrikt werden. Om dezelfde
reden sloegen ze het pad in dat bestemd was voor de leveranciers. Dan zouden de
hotelgasten hen zeker niet te zien krijgen.
Niet
ver van het water kwam de ambulance tot stilstand. De drie inzittenden pakten hun spullen
en haastten zich naar het privéstrandje van het hotel. Daar wees een van de redders hun
het lokaaltje aan waar ze het slachtoffer binnen hadden gebracht.
Op
een behandelingstafel die omgeven werd door surfplanken, duikmateriaal en zwemboeien, lag
een man. Naast hem zat iemand die zijn vriend bleek te zijn. Die was helemaal van de
kaart. Het
eerste wat de drie hulpverleners opviel, was dat het slachtoffer geen bloederige wonden
vertoonde. De hele buikstreek van de man zag echter rood, alsof hij hevig verbrand was. Maar bij nader toezien was dat
niet de oorzaak. Het wees alleen maar op een heel ernstige inwendige bloeding. Zoiets had
Craig in zijn hele carrière nog niet gezien. Hoe had die man dat opgelopen? Zoiets kon
niet het werk van een haai zijn! Hoe
is dat gebeurd? vroeg de chauffeur aan de vriend van het slachtoffer.
We
waren aan het zwemmen, zei Dick Rogers, en toen viel hij ons aan.
Dan
toch een haai? vroeg Craig. Nee,
een dolfijn! |