HET GEHEIM VAN DE TEMPELIER

 

 

 

 

 

1. De historische achtergronden van het verhaal

 

In 1095 riep de paus de hele Christenheid op om het Heilig Land van ongelovigen te gaan bevrijden. Hiermee bedoelde hij de Moslimwereld die op dat ogenblik een hoger niveau van beschaving had bereikt dan het barbaarse Westen. Een gigantisch leger van koningen, ridders en gewone soldaten vocht zich al plunderend een weg naar het Oosten. Maar het ergste moest nog komen.

 

Een van de aanvoerders van dat leger was onze nationale held, Godfried van Bouillon. Hij kreeg een ruiterstandbeeld op een belangrijk plein in Brussel.

 

Bij de inname van Jeruzalem was hij samen met enkele Vlaamse ridders bij de eerste om de stad binnen te dringen. Het vreselijke bloedbad dat daarop volgde, zou tot op de dag van vandaag in de Moslimwereld blijven nazinderen. Alle inwoners van Jeruzalem, mannen, vrouwen en kinderen, Moslims of Joden, werden op gruwelijke wijze afgeslacht. Aan Moslimzijde zou dit later nooit zijn gelijke kennen, veeleer integendeel!

 

Na de oprichting van het Koninkrijk Jeruzalem werd daar in 1118 de religieuze Orde van de Tempeliers opgericht. Aanvankelijk bestond de taak van deze ridders de pelgrims in het Heilige Land te beschermen. Maar al snel groeide de orde uit tot een staat in een staat. Ze werd ontzettend rijk. Haar macht reikte tot diep in West-Europa waar ze veel commanderijen oprichtte. Het was dan ook niet te verwonderen dat er aan de tempelorde in 1312 een bijzonder brutaal einde kwam. Dit gebeurde door toedoen van zowel de paus als de koning van Frankrijk.

 

Vandaag zijn de sporen van de Tempeliers nog altijd zichtbaar, zowel hier in Vlaanderen, op vele plaatsen in Frankrijk als op en rond de Tempelberg in Jeruzalem, de plaats van hun hoofdkwartier die dan ook aan de basis lag van hun naam.

 

 

2. De diverse plaatsen uit het verhaal

 

 

3. De vergelijking met vandaag:

Voor de eerste keer in bijna tweeduizend jaar heerst over heel Jeruzalem en over een groot deel van het vroegere 'Heilige Land' opnieuw de Joodse menorah (de zevenarmige kandelaar).

 

Net zoals in de periode van de Moslims ondervinden de meeste Christelijke pelgrims ook in deze tijd nauwelijks of geen hinder. Maar meer dan ooit tevoren komt een gemeenschap van hoofdzakelijk Moslims (met een minderheid van Christenen) in dit kleine deel van de wereld onder druk te staan.

 

Lange, hoge muren, hele rijen traliewerk en duizenden rollen prikkeldraad proberen die gemeenschap alsmaar meer te verdringen. Alsof dit de beste oplossing is!

 

Of er in Jeruzalem en elders in dit gebied ooit een duurzame vrede komt, blijft zeer de vraag. Toch heeft het verleden dikwijls bewezen dat er met een beetje verdraagzaamheid al veel bereikt kan worden. Fanatisme, van welke strekking ook, leidt enkel tot bloedvergieten. Door hier in dit verhaal herhaaldelijk op te wijzen, hoopt de auteur zijn steentje - hoe klein ook - aan deze vrede bijgedragen te hebben.

 

 

4. HET GASTENBOEK:

 

Wie het verhaal heeft gelezen, kan zijn mening kwijt door hier te REAGEREN.

Hij of zij kan daar ook de REACTIES LEZEN van anderen...