Het beest van de Canigou, het
7de boek van jeugdschrijver Patrick Lagrou
Even
een voorsmaakje van de tekst?
Wat er vooraf gebeurde: Stefan en Petra lopen
verdwaald door de bergen. Het wordt avond en ze zoeken een schuilplaats. Die vinden ze
binnenin een prehistorische dolmen. Daarna begint het te onweren. Gelukkig zitten ze
veilig. Vermoeid van het rondzwerven, vallen ze in slaap.
Een laatste, krachtige donderslag
ratelde door de vallei. Die werkte als klankkast, zodat het geluid nog veel heftiger
overkwam. Het ergste van het onweer was ondertussen al voorbij. Maar bij de laatste slag
schoot Stefan opeens wakker. Een tijd lang wist hij niet of hij was gewekt door het gedonder
van daarnet of door iets anders. Maar even later voelde hij het. Hij en Petra waren hier
niet meer alleen. En zoals hij bijna had verwacht, klonk er opeens een akelig gehuil van
heel dichtbij, op nog geen honderd meter van de dolmen waarin ze zaten. Petra, die daarnet
nog tegen hem aan lag te slapen, werd met een schok wakker.
'Wat was dat?' vroeg ze met een bevende stem. Stefan durfde geen woord uit te brengen. Doorheen de opening vlak
voor hem staarde hij naar buiten. Het was er aardedonker, zodat hij niet kon zien wat er
gebeurde. Vervolgens keek hij naar de plaats bij de ingang waar een paar
uur eerder het vuurtje had gebrand. Hij wilde het opnieuw aansteken om zich te beschermen.
Maar onmiddellijk besefte hij dat het geen zin had. Al het droge hout dat ze gisteravond
in de dolmen hadden gevonden, was opgestookt. En buiten was alles door en door nat.
Bovendien... Opeens klonk het gehuil opnieuw. Maar deze keer kwam het van veel
dichterbij. Stefan en Petra verstijfden van angst. Vooral toen ze ook nog dat gegrom
begonnen te horen. Het klonk steeds luider, tot ze uiteindelijk het gekraak van takken
hoorden. Het beest moest nu vlakbij zijn. Voor de derde keer begon het te huilen. Tegelijk schoot er een
laatste bliksemschicht door de lucht. De hele omgeving werd verlicht. En in dit schijnsel
herkenden Petra en Stefan een behaard, rechtopstaand wezen dat met dreigende klauwen recht
op hen afkwam... |
Hoe is het boek ontstaan?
Eindelijk weer een echt avonturenverhaal.
Deze keer speelt het verhaal zich af in de bergen. Ook hier is een deel van de inspiratie
ter plaatse gekomen. Tijdens een reis door de Pyreneeën in het zuiden van Frankrijk was
ik in een heel ruw en afgelegen gebied terechtgekomen. Daar hoorde ik van iemand
een legende over de Simiots, wezens die vroeger in het gebergte rondzwierven en zowel
dieren als mensen durfden aan te vallen. Onmiddellijk heb ik mij in die legende
vastgebeten. Hoe meer ik vernam, des te interessanter het werd. Tegelijk ontdekte ik in de
omgeving een spookdorp, een druïdenaltaar, dolmens, menhirs, oude mijnschachten en
prehistorische grotten. Maar een verklaring voor de legende vond ik niet. Totdat ik in een
van mijn boeken over magische dieren op een gelijkaardig verhaal stootte dat zich in
Engeland had afgespeeld. Dit was meteen mijn tweede inspiratiebron en de vonk was
overgeslagen.
Het volgende jaar keerde ik
naar dezelfde streek in de Pyreneeën terug. (De foto links toont de top van de Canigou).
Ik zocht alle plaatsen op die voor het verhaal enigszins in aanmerking kwamen. Alle
plaatsen uit het boek, zoals de twee dorpjes Taulis en Montbolo (zie kaartje) bestaan dus
echt (net zoals bijna alle plaatsen in mijn eerste vijf boeken). Ook een aantal mensen uit
het verhaal zijn echt: Gilles (zie tekening), Pierrot, Jamy en oom Jean-Paul. Die laatste
was wel geen echte oom van mij en hij heeft ook nooit de Pyreneeën bezocht. Maar in mijn
jeugd was hij iemand die op precies dezelfde manier zijn vakanties doorbracht als in het
boek. En de geschiedenis van de verwisselde fotos is ook waar gebeurd.
Het was dan ook niet te verwonderen
dat de persvoorstelling van dit boek voor één keer niet plaats had in Brugge, maar wel
in de Pyreneeën zelf. En dan nog in het gemeentehuis van een van de twee kleine dorpen
waar het verhaal zich afspeelt. Waren aanwezig: de twee burgemeesters, én Gilles, én
Pierrot.
Foto van de persvoorstelling
in Frankrijk. V.l.n.r. Pierrot, de burgemeester van Taulis, Patrick Lagrou, de
burgemeester van Montbolo en Gilles.
Patrick Lagrou. |
Wat vonden de volwassenen
van dit boek?
'Een spannend avonturenverhaal voor
lezertjes vanaf 11 jaar. Maar ook papas en mamas kunnen er best van genieten.
Het verhaal speelt zich af op een bestaande camping. De campingbaas Gilles die in het boek
een belangrijke rol speelt, bestaat ook. Of het verhaal zich ook daadwerkelijk
'in
het echt' zou kunnen afspelen, dàt laten we over aan de fantasie van de
lezertjes.' Nbl in Burgerwelzijn'.
'Het Beest van de Canigou geeft
wat je van Patrick Lagrou kan verwachten: raadsels, spanning, avonturen, mysterie,
realiteit
In dit meeslepende avonturenverhaal wordt de lezer nog voor hij een
antwoord gevonden heeft op het ene raadsel, al met een volgend opgezadeld. Je zit dan ook
voortdurend met twee-drie mysteries in je maag gesplitst. Niet dat zoiets erg is, want het
boek is luchtig en duidelijk genoeg geschreven om het zonder problemen te blijven volgen.
Het feit dat het geheel zich afspeelt op een plaats die Lagrou al meermaals bezocht en dus
door en door kent, weet hij perfect over te brengen bij de lezer. Met het plannetje dat je
erbij krijgt, zou je bijna geneigd zijn om het allemaal zelf eens te gaan onderzoeken. Het
enige wat je echt kan tegenhouden zijn die raadselachtige simiots. Stel dat ze echt
bestaan
' Een verslaggever in Kids its trendy.
'Wie zin heeft in gewoon een spannend verhaal of wie iets
wil aanvangen rond legenden, geesten, zwarte kunst, kan hier zeker in terecht. Het boek
kan in die zin ook gebruikt worden als aanknopingspunt voor bijvoorbeeld een
drama-oefening of een uitgebreider project rond geesten en aanverwanten.' Een
verslaggever in De opvoeder.
'Het Beest van de Canigou is een spannend en griezelig
avonturenverhaal dat de lezer van het begin tot het eind in zijn ban houdt. De vele
verrassende wendingen, hachelijke gebeurtenissen en vooral de steeds aanwezige
humoristische noot maken dit nieuwste boek van Patrick Lagrou tot een bijzonder geslaagd
geheel. Het verhaal wordt mooi opgebouwd naar een climax toe die zelfs de meest belezen
jongeren zal weten te verrassen en het woord vampirisme in een nieuw daglicht
stelt. Ook aan de personages is heel wat zorg besteed. Stefan is de wat weifelende jongen,
Petra het doortastende meisje. Verder komen ook de nevenpersonages voldoende tot leven via
een combinatie van stereotype en genuanceerde karaktertrekken. Met zijn vermogen om de
lezer afwisselend te laten gruwelen en aan het lachen te brengen toont Lagrou zich hier op
zijn best.' Koen van Gorp in Leesidee Jeugdliteratuur. |
Wat vond de Kinder- en Jeugdjury van
'Het Beest van de Canigou'?
KORT EN BONDIG:'Ik vond het een superspannend
boek.'
'Lekker griezelig.'
'Ik vond het een prachtig boek, nog
nooit heb ik zo'n mooi boek gelezen, het beste boek aller tijden!'
'Een zeer goed boek, vlot geschreven,
zodat het makkelijk te lezen is.'
'Het is een origineel verhaal, ik zou
het zelf niet kunnen bedenken.'
'Dit boek zal menige lezer doen
nagelbijten, en van dat genre houd ik wel.'
'Mooie illustraties, die echt een
vakantiegevoel opwekken.'
'Ik zou het boek nog eens willen lezen.
Ik zou het zelfs willen hebben!'
LANG EN UITGEBREID::
Griezelig en spannend:
- Spannend en soms griezelig.
- Héééééééééééééééééééél erg spannend.
- Ik heb het boek verslonden.
- Het boek las ik in één ruk uit.
- Het is soms een beetje wreed.
- Vooral spannend omdat je niet weet wanneer het monster zal
aanvallen.
- Superspannend wanneer ze meegesleurd worden door het water.
- Tot de laatste zin spannend.
- Waar is de rode draad? Ze spreken altijd over hetzelfde. Meer de
rode draad laten zien!
- Als hij nog boeken schrijft, dat hij ze dan vanaf het begin
spannend maakt!
Verrassend:
- Vol verrassingen.
- Het verhaal krijgt soms heel verrassende wendingen!
- Meestal onvoorspelbaar...!
- Er gebeuren onverwachte dingen.
Petra en Stefan:
- Petra en Stefan zijn echte durvers.
- Het is vooral Petra die voor spanning zorgt.
- Petra is de tofste.
- Petra is de grootste durver.
- Ik vind het niet goed dat Stefan een bange jongen is.
Grappig:
- Er gebeuren ook grappige dingen.
- Af en toe moet je ook lachen.
- Patrick Lagrou brengt ook humor in zijn boek.
- Op de autosnelweg is het erg grappig.
Taal en stijl:
- De schrijver gebruikt een klare taal.
- Ik zou eigenlijk liever hebben dat er meer bijvoeglijke
naamwoorden gebruikt worden.
- Soms geeft Patrick Lagrou zeer veel details (soms té veel) en op
andere plaatsen bijna geen.
- Soms verwarrend.
- Het begin duurt te lang.
- Hij moet niet zo langdradig schrijven want dat maakt het boek
saai. En ik vind het boek ook wel moeilijk uitgelegd.
Kaft en illustraties:
- Sprekende tekening op de voorflap.
- Danny Juchtmans kan mooi tekenen.
- Spijtig dat er zo weinig tekeningen instaan.
- Ik heb liever gekleurde tekeningen.
- Het verhaal was zo spannend dat ik vergeten ben naar de tekeningen
te kijken.
- Met de tekst wist je genoeg.
- Tekeningen waren eigenlijk overbodig.
- Er staan niet zoveel tekeningen in het boek maar dat vind ik niet
erg.
- Ik kan illustraties heel gemakkelijk missen.
Echt?
- Ik kan gewoon niet zeggen of het echt kan gebeuren.
- Ik weet niet of zon monsters echt kunnen bestaan.
- Ik vind het ongeloofwaardig dat de ouders hun kinderen alleen
laten in een grot.
- Amaai, die kinderen mogen veel uitspoken! Bij mij thuis zou dat
niet mogelijk zijn.
- Soms was ik jaloers op Petra en Stefan omdat ze zulke spannende
dingen meemaakten.
- Net echt.
- Je kan ht ook zelf beleven.
En verder...
- Het is een schitterend boek.
- Ik lees alle boeken van Patrick Lagrou, maar dit is toch een heel
bijzonder boek.
- Goed gevonden.
- Ik hoop dat het bekroond zal worden.
- Ik raad iedereen aan het boek te lezen!
- Ik wou dat het boek dikker was.
- Patrick Lagrou is mijn lievelingsauteur.
- Het boek is buitengewoon.
- Ik zal het boek zeker aanraden aan gans mijn klas.
- Wanneer nog een boek over Petra en Stefan?
(Bron: BUBI 2000 blz. 43 en 44.) |
Terug naar de BIBLIOTHEEK
|