Even een voorsmaakje van de tekst?
Wat er vooraf gebeurde: Wouter, Tine en Gijs
hebben zich verschanst in de villa. Tijdens de dag konden ze door het opkomende water
onmogelijk ontsnappen. En nu, met het vallen van de avond, verwachten ze de definitieve
aanval.
'Ondertussen werd het donker. De details van de dingen om hen
heen vervaagden. Om zich niet te verraden hadden ze afgesproken absoluut geen licht te
maken. Voor noodgevallen hadden ze alle draagbare lampen die ze hadden kunnen vinden, bij
zich. Ook hadden ze genoeg gegeten en voorraden aangelegd om in de volgende vierentwintig
tegen een stootje te kunnen. Toch besefte Wouter dat het gevaar geenszins uit die hoek zou
komen. Nu kwam het er op aan de nacht heelhuids te overleven. Als het de komende twaalf
uren begon te regenen, dan was er morgen geen mist meer en kon een helikopter landen.
Tenminste dat hoopte Wouter.
Goed verschanst bovenaan de trap met de vier jachtgeweren en
voldoende munitie binnen handbereik, zaten hij en Gijs de mogelijke aanvallers op te
wachten. Waar ze beneden ook zouden binnendringen, om boven te komen, moesten ze
hierlangs. Ze zouden warm ontvangen worden. Wouter, Gijs en Tine zouden hun huid in elk
geval duur verkopen. Ondertussen kwam de maan op. Dankzij het diffuse licht dat overal
doorde grote ramen het huis binnendrong, konden ze vanuit hun positie de hele traphal mooi
in het oog houden. De vijand mocht komen opdagen. Ze waren klaar om hem goed te ontvangen. Toen werd er met een zwaar ijzeren voorwerp heel hard op de
voordeur gebonsd.' |