Hoe is dit boek ontstaan?
1. Het prille
begin:
Het dolfijnenkind was
mijn allereerste jeugdboek. Het kwam er op vraag van mijn oudste dochter Dafni. Zij
wilde dat ik eens een kinderboek schreef. Na lang aandringen beloofde ik haar het
te proberen. Pas nadat ze me een heel pakket jeugdboeken uit de
bibliotheek had laten lezen, zag ik het eindelijk zitten. Toen kwamen de eerste ideeën.
2. De
inspiratiebronnen:
Nadat ik in de zomer
van 1990 in een damesblad een artikel over bevallingen onder water had
gelezen, wilde ik opeens veel meer vernemen over dit onderwerp. Ik zocht contact met de arts die in het artikel werd
genoemd. Via hem hoorde ik voor het eerst iets over baby's die onder water met de hulp
van dolfijnen werden geboren. Onmiddellijk moest ik denken aan mijn verblijf van twee
jaar op Long Island in de Bahamas, waar ik in zee regelmatig dolfijnen had ontmoet.
Meteen had ik het gevonden. Ik dacht aan een jongen die onder water in zee tussen de
dolfijnen wordt geboren. Een echt dolfijnenkind dus. Ik stelde
me voor hoe die baby nog
enkele jaren als peuter met die dieren blijft omgaan. En dat allemaal op Long Island met
dat villapark, die smokkelaars, die spooktoren, een orkaan en die landingsplaats van
Columbus. Opeens had ik meer dan genoeg ingrediënten om een spannend verhaal op te
bouwen.
3. Het
voorbereidende werk:
Tijdens deze fase van
het werk besliste ik voor mijn verhaal zo veel mogelijk gebruik te maken van de werkelijkheid. Fantasie mocht alleen maar aan bod komen als het echt niet anders kon. Alle plaatsen in
het boek moesten dus echt bestaan. Voor 95% ben ik daarin geslaagd.
Wie het kaartje op bladzijde 58 van 'Het
dolfijnenkind' bekijkt, ziet een afbeelding die, op enkele details na, helemaal
overeenkomt met de realiteit. De volgende drie luchtopnames stellen telkens drie
belangrijke plaatsen voor uit achtereenvolgens 'Het dolfijnenkind', 'Het monster uit de
diepte' en 'De poorten van Atlantis', de drie vervolgverhalen waarin Marijn en zijn
dolfijn Derby de hoofdrollen spelen. De drie plaatsen zijn ook op het kaartje terug te
vinden.
De ondiepe Mangrovebaai (lichtblauw tot wit
water) snijdt diep in het eiland. Daar is in het leven van Marijn iets heel belangrijks
gebeurd. Op het kaartje is dit de plaats met het nummer 5.
Tot de meest vreemde plaatsen in de Bahamas
behoren de beruchte blauwe gaten of blue holes. Diepe, met water gevulde putten langs de
kust, zowel op het land (zoals hier op de voorgrond) als in het water. In en rondom deze
mysterieuze putten speelt zich 'Het monster uit de diepte' af. Op het kaartje is dit het nummer 7.
In het boek 'De poorten van Atlantis' voert
de Sierra, het schip met de walvissenstropers, onopgemerkt de noordelijke Columbusbaai
binnen (bovenaan midden). Toch zullen Marijn en Talitha hem ontdekken. Op het kaartje is
dit het nummer 23.
Maar niet alleen zijn bijna
alle plaatsen en de meeste situaties in 'Het dolfijnenkind' echt, ook een aantal
personages die in het boek voorkomen, kun je ook vandaag nog op Long Island ontmoeten.
Bijvoorbeeld Roby, de gepensioneerde helikopterpiloot, en Jason, de zwarte
duikinstructeur. Het waren goede vrienden van mij toen ik op Long Island
verbleef. Uiteraard hebben zij de avonturen uit deze drie boeken niet meegemaakt.
Voor nog meer informatie,
begeef je naar het zwembad van het Kraaiennest.
4.Het echte
schrijfwerk
Bij het
einde van het voorbereidingswerk, dat ongeveer drie maanden duurde,
beschikte ik over een plan
van meerdere bladzijden waarin tot in de kleinste details was vastgelegd wat er in het
verhaal moest gebeuren. In drie weken tijd heb ik dan de hele tekst
met de computer uitgeschreven. Een goeie 150 pagina's. Daarna had ik nog eens vijf weken nodig om die op
het scherm tot vijf keer toe te herlezen en te verbeteren. In het begin van 1991 was de
tekst definitief klaar.
5. De zoektocht
naar een uitgever:
Vijftien
maanden lang ben ik op zoek geweest naar een uitgever die bereid was 'Het Dolfijnenkind' uit te
geven. Niet minder dan achttien heb ik er opgezocht. De overgrote meerderheid stuurde
het manuscript al na enkele maanden terug. Ze geloofden niet in het verhaal. Enkelen
aarzelden nog wat, maar zagen er uiteindelijk toch geen brood in. Pas na heel wat overleg
slaagde ik erin uitgeverij Clavis uit Hasselt (Belgisch Limburg) te
overtuigen. Enkele maanden later, begin juli 1992, lag 'Het Dolfijnenkind' in de
boekhandel. En Dafni kreeg op 7 juli dat boek als geschenk voor haar verjaardag.
6. Het succes:
Tegen ieders verwachtingen in
was het boek al in enkele maanden uitverkocht. Kort daarop volgde de tweede druk. Die was
nog sneller uitverkocht. Een derde, vierde en vijfde druk volgden. Op dat ogenblik werd
'Het Dolfijnenkind' bekroond door de Vlaamse Kinder- en Jeugdjury. Ik werd met
mijn dia's over Long Island steeds
meer op scholen uitgenodigd. Daar werd me gevraagd een vervolg op het boek te schrijven.
Dit werd 'Het monster uit de diepte'. Ondertussen was 'Het Dolfijnenkind' al aan zijn
achtste druk toe. Ook 'Het Monster uit de diepte' moest worden herdrukt en werd op zijn
beurt bekroond door de Kinderjury...
7.
En het houdt maar niet op:
Achttien
jaar na het verschijnen van het boek blijft 'Het dolfijnenkind' nog steeds
een van de best verkopende werken van uitgeverij Clavis. Met 26 drukken zijn
er ondertussen, alleen al in het Nederlandse taalgebied, al meer dan 130.000
exemplaren van verkocht. Ook is 'Het dolfijnenkind' de naam van een reeks
geworden. Die bestaat nu al uit 9 delen. Het boek werd ondertussen ook
vertaald in het Engels, het Frans en het Duits. In die laatste taal wordt ook de hele reeks vertaald. Nog enkele jaren
en dan mag 'Het dolfijnenkind' zijn 20ste verjaardag vieren. Dit zal niet
onopgemerkt voorbijgaan. Dan zal niet alleen het tiende boek in de reeks
verschijnen, maar ook een heel speciale jublileumuitgave...
Patrick Lagrou.
Voor nog veel meer info
over 'Het dolfijnenkind':
KLIK HIER |